:25:02
Contant of op afbetaling
:25:07
De auto komt van een klant af
maar als u kunt bewijzen dat...
:25:17
Ik was vergeten dat
er altijd twee zijn.
:25:21
Is de tank vol?
-Ja.
:25:31
De snelste deal in mijn leven.
:26:09
Wie is dat in die taxi?
-Een flik met taxibonnen.
:26:14
Hij heeft Sundman bevrijd, twee mensen
afgetuigd en een auto gestolen.
:26:20
Zal ik doorgaan met volgen?
-Doe dat.
:26:24
Als ik iets crimineels zie,
wat moet ik dan doen?
:26:28
Het gewoonlijke.
Bemoei je er niet mee.
:26:32
Of er moeten kinderen of dieren
in gevaar zijn.
:26:45
Waarom ben je naar Finland terug gekomen?
Naar weer, nare mensen.
:26:51
Alle oude huizen zijn afgebroken,
en er zijn lelijke voor terug gekomen.
:26:57
Goede vrienden zijn neergesabeld,
slechte zitten in de regering.