Raid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:55:01
Dat gaat je niet aan.
:55:05
Ja, dat gaat het wel.
Zullen we praten of schieten?

:55:16
Oké, ze was hier.
Ze heeft deze kamer voor me geregeld.

:55:22
Een vrije man kan niet sterven
zonder de open lucht te zien.

:55:27
Hoe voel je je?
:55:31
Zoals stervende mensen zich meestal
voelen...

:55:37
Wanneer?
:55:39
Een paar... een paar dagen geleden,
op een avond.

:55:45
Waar ging ze naar toe?
-Waarom vraag je dat verdomme aan mij?

:55:55
Ze ging naar de zee.
Waar heeft ze me niet gezegd.

:55:59
De man die de brand heeft gesticht
zal niet opgeven.

:56:02
Wil je dat hij haar eerder vindt
dan ik?

:56:05
Ze heeft me gevraagd het niet
door te vertellen.

:56:09
Waar was ze bang voor?
-Ze was een verhaal aan het schrijven.

:56:15
Ze is achter een groot geheim gekomen.
:56:21
Waar ging dat over?
-Ze heeft het niet afgemaakt.

:56:24
Iemand werd bang en vermoorde drie mensen.
:56:28
Het materiaal is in het vuur
vernietigd.

:56:40
Kallboda.
Een leuk uitziend plaatsje.

:56:46
Is ze alleen vertrokken?
:56:50
Heb je Helena nog gezien?
-Je zus komt elke dag op bezoek.

:56:55
Ze heeft een tijdschrift
en fruit meegebracht.


vorige.
volgende.