Salinui chueok
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:03
Zoveel en hun geur...
:12:07
Wacht even. Hier.
:12:12
Waar heb je gehoord over
het toiletgebouw bij die school?

:12:16
Iedereen kent dat verhaal.
:12:19
Ik zag het in een droom.
:12:23
Ren bij een gasaanval...
:12:28
tegen de wind in.
:12:30
Begrepen?
- Ja, meneer.

:12:33
Neerleggen. Hé.
:12:46
Doe alsof je dood bent.
:12:51
Wie vertelde je laatst
het verhaal over het toiletgebouw?

:12:55
Kom je daarvoor?
:13:02
Wat is er?
- Ik heb me bezeerd in de koker.

:13:05
Daar zat een scherpe steen in.
:13:09
Waar is de zuster?
:13:13
Ik doe hem er wel voor je op.
:13:15
Dat kan ik zelf wel.
:13:17
Verlegen? Je bent maar een kind.
:13:20
Ga zitten.
:13:25
Geef maar.
:13:29
Til je shirt op.
:13:31
Denk nog eens over wat ik je vroeg.
:13:38
De moordenaar in het toiletgebouw
die 's nachts naar buiten komt.

:13:42
Wie heeft dat verhaal
het eerst verteld?

:13:46
Hoe moet ik dat weten?
:13:48
Dat is net als vragen wie
olifantenmoppen verzonnen heeft.

:13:55
Waarom ga je niet zelf
naar het toiletgebouw?

:13:58
Zie ik eruit
alsof ik daar tijd voor heb?


vorige.
volgende.