:30:03
Je liet de lichten in je kamer aan
en sloop naar buiten.
:30:09
In het pikkedonker dwaalde je rond.
:30:14
Wie wordt het vandaag?
:30:19
Klopt het?
:30:22
Je verstopt je in een rietveld
en wacht tot er een vrouw passeert.
:30:26
De regen doorweekt je.
:30:28
Maar jij vindt dat aangenaam.
:30:31
Stimulerend, toch?
:30:33
Dus gisteren stop je dit
in het lichaam van een vrouw.
:30:39
Weet je nog
hoeveel stukjes het waren?
:30:43
Eén stukje.
Twee.
:30:46
Drie stukjes.
- Hou je mond.
:30:47
Vier, vijf,
zes, zeven, acht.
:30:50
Hou verdomme je mond.
:30:53
Yong-gu.
:30:59
Ik droeg je op hem niet te slaan.
:31:02
Of niet?
:31:06
Ik heb je gewaarschuwd.
:31:08
Je weet waarom journalisten
hier rondsnuffelen.
:31:11
Stomme klootzak.
:31:16
Jij komt de verhoorkamer
niet meer in.
:31:34
Ik word gek.
:31:39
Geen ooggetuigen,
:31:42
niet één stukje bewijs.
:31:46
We hebben iets nodig.
:31:49
We hebben geen getuigen nodig.
:31:53
Een bekentenis is voldoende.
:31:55
We moeten het gewoon uit hem slaan.