:30:02
	Weet je, als je wat meer reed en minder praatte,
zou je misschien wel wedstrijden winnen.
:30:06
	Ik wed je om twee dollar, dat ik
je vandaag versla.
:30:08
	Ik wed je om vijf, dat ik jou vandaag versla.
- Afgesproken.
:30:17
	Hoe staan de noteringen?
- Jij bent de favoriet.
:30:19
	Één tegen één.
:30:20
	Vergeet het maar.
- Twee tegen één.
:30:22
	Goed dan, jij je zin.
:30:24
	Johnny, je zit op een snel paard,
wat doe je hier achteraan bij mij?
:30:27
	Ik hou van ons praatje, en als ik op het snelle paard
zit, probeer me dan niet af te snijden.
:30:31
	Ga jij vanavond?
- Nee. Jij?
:30:34
	Hoe laat?
:30:36
	Ik weet het niet.
Acht uur?
:30:38
	Ik zie een gaatje.
Ik moet er vandoor.
:30:47
	Verdomme.
:31:03
	We hebben 'm.
:31:05
	Ik neem hem wel.
:31:07
	Sodemieter op.
:31:09
	Ik zei, dat ik hem zal nemen.
:31:11
	Hij heeft een scheur in zijn voet.
:31:14
	Als je wilt schieten,
zal ik je een kogel besparen.
:31:22
	Goed. Laat hem gaan.
:31:39
	Ik weet 't, jongen.
:31:47
	Brave jongen.