Swimming Pool
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:50:36
Ik was ongerust toen je niet thuiskwam.
:50:39
Ga je het tegen m'n vader vertellen?
:50:43
Misschien wel.
:50:46
Moet je vooral doen. Vindt ie enig.
:50:52
Dat weet ik nog zo net niet.
:50:56
Wat ben jij naïef. Hij is zelf
kampioen rondneuken. Wist je dat niet?

:51:20
Julie? Heb je zin
om vanavond uit eten te gaan?

:51:27
Zullen we gaan? Klaar?
:51:30
Ik kom eraan.
:51:34
Je zit altijd te werken.
:51:37
Ik las een eerder geschreven stuk door.
:51:42
Dat is mijn slipje.
:51:44
Waarom ligt dat hier?
:51:48
Ik heb het bij het zwembad gevonden.
:51:56
Waar gaan we heen?
- Niet te ver weg. Ik ben bekaf.


vorige.
volgende.