:16:13
Je ziet er stom uit als je probeert te
werken in die chique kleren, weet je.
:16:17
Ik vertrek hier zo
vlug als ik kan.
:16:20
- Ik vertrek naar de stad.
- Maar grootvader is op bezoek.
:16:23
Heb je hem gezien?
:16:25
Hij is een wilde.
:16:27
Het zijn afval eters, weet je.
:16:33
Ik ben geboren in de verkeerde familie.
Ik zweer het tot God.
:16:53
- Ik apprecieer dit.
- Doe je hemd uit.
:16:55
- Magdalena.
- Noem me niet zo, ik heet zo niet.
:17:10
- Waar doet het pijn?
- Wanneer ik ademhaal.
:17:12
Het meeste hier.
:17:25
Ja, je spieren zijn gescheurd net
onder je ribben.
:17:29
Je moet er een katoenen
plaaster op doen
:17:36
Je overleefd het wel.
:17:38
Ik had nooit gedacht dat jij
een dokter zou worden.
:17:42
Ik herinner me dat je eens
een gele kat had.
:17:44
Je weende omdat zijn
staart werd afgebeten.
:17:47
- Je moeder kwam aangelopen.
- Ik herinner me het niet.
:17:51
Omdat ik me mijn moeder herinner.
:17:54
Mijn moeder stierf terwijl
ze de vloer was aan het schrobben.
:17:58
En jij doodde haar.