Thirteen
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:03
Mislukkeling.
:14:10
Wat?
Waar heb je het over?

:14:12
Nee.
Wacht even.

:14:15
Ik zal je het nummer geven.
Eén momentje.

:14:18
Ik zou je het nummer niet moeten geven.
Je zou het moeten hebben.

:14:21
Nee. Hij heet Alberto.
:14:23
Ik weet het niet.
Het is iets met vijf vijf drie of zo.

:14:27
Alberto. Ik weet het niet.
:14:30
Vergeet niet dat je
voor mij werkt.

:14:33
Er komen 35 mensen vanavond.
Dit is onaanvaardbaar.

:14:36
Ik moet de kachel aan de
gang krijgen.

:14:38
Ik moet alles daar hebben.
:14:40
Nee, dit klopt niet.
Even zien. Momentje.

:14:43
Het is vijf vijf drie...
:14:46
Het is niet slecht voor
een half uurtje.

:14:49
De verkopers zagen het niet.
- Hé, jongens.

:14:52
Jongens...
- Wacht, wacht. Kijk.

:14:54
Jongens, ik heb dit
gewoon net gestolen.

:14:57
Dat meen je niet.
- Van die vrouw daar.

:15:00
Even kijken hoeveel...
- Heb je de inhoud nog niet gezien?

:15:03
Jemig, jongens.
- Niet te geloven.

:15:05
Ik geloof niet dat ik ooit
zoveel geld heb gezien.

:15:07
Laten we gaan winkelen.
- Ja, laten we dat doen.

:15:13
Eén...
:15:15
twee, drie.
:15:17
Een aantal van dit paar.
:15:20
Dit moet genoeg zijn.
Laat maar zitten.

:15:24
Laten we gaan.
- Ja.

:15:33
Hé, Mason.
:15:35
Uit nieuwsgierigheid...
:15:37
wie vind je het lekkerste
meisje op school?

:15:41
Ik denk Evie Zamora.
:15:46
Raad eens met wie ik vandaag heb opgetrokken.
:15:49
Onzin.
:15:54
Melrose Avenue.
:15:57
Wat?
:15:59
Is het zo moeilijk te geloven?

vorige.
volgende.