Washington Heights
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:53:00
We zijn toch een team?
:53:03
Zoals Paul en Belkis.
:53:07
Over mij?
:53:10
Wat Darlene?
Heb je dat woord gisteren geleerd?

:53:13
Je kunt de pot op.
:53:15
Wat is er, Angel?
:53:18
Wat een kreng.
:53:20
Ze probeert me te overtuigen
dat ze niet met een ander was.

:53:23
Kan dit niet tot later wachten?
- Nee, het kan niet wachten.

:53:25
Die teef probeert me geld
uit m'n zak te kloppen.

:53:27
Genoeg. Eruit.
:53:28
Wacht. Probeert Darlene
alimentatie van je te krijgen?

:53:30
Ze probeert me wijs te maken dat
die Chinees mijn kind is.

:53:34
Wat een onzin.
- Heel even dan.

:53:37
Wat een klotedag.
:53:40
Hoe gaat het met je kind
in Santo Domingo?

:53:43
Met Junior?
Mijn echte kind?

:53:45
Goed. Ik kan niet wachten.
Ik spaar geld...

:53:48
en zodra ik mijn 60.000 dollar heb,
smeer ik hem hier.

:53:51
Terug naar de Dominicaanse Republiek
en samenwonen met hem en Carmen.

:53:54
Dan begin ik een fietsenwinkel.
:53:57
Ik kan logeren bij mijn oom in Baitoa...
:53:59
totdat ik iets gevonden heb.
:54:01
Hij heeft een boerderij
en als je klaar bent met werken,

:54:04
ga je in de hangmat liggen
naast de vijver.

:54:06
Gewoon liggen.
De wind je gezicht laten strelen.

:54:09
Lekker ontspannen, zonder shorts.
:54:12
De wind die je ballen kust.
:54:14
Een tamarindesapje drinken en
een schotel met rijst en bonen eten.

:54:18
Dat is pas leven.
:54:19
Darlene vraagt maar 600 per maand.
:54:22
Raad eens hoeveel ze krijgt?
Nul dollar.

:54:25
Als die trut me verraad,
:54:28
zit ik zo weer in de gevangenis.
:54:30
Daarom vertrouw ik niemand.
:54:34
Daarom krijg ik thuis geen post...
:54:36
en heb ik geen geld bij de bank.
- Hij heeft meer dan 40.000 dollar.

:54:39
Maggie, verdomme.
- Waarom geef je Carlos niet van dat geld?

:54:43
Ben je gek?
- Om de winkel terug te krijgen.

:54:46
Dit is onze kans hier weg te komen.
:54:49
Je hebt hem gehoord.
Hij heeft dat geld nodig.

:54:51
Je wilde me dat geld geven om
mijn eigen winkel te beginnen.

:54:53
Kop dicht, wij zijn familie.
:54:55
Is Carlos geen familie?
Hij betaalt je wel terug.

:54:59
Kom, hou je niet van je zusje?

vorige.
volgende.