:35:00
Neem me niet kwalijk.
Ik wou je niet laten schrikken.
:35:02
Geeft niet. Ik...
- Gaat het met je?
:35:05
Ja, het gaat wel.
Ik heb een probleem met...
:35:08
Kan ik je ergens mee helpen?
:35:10
Nee. Ik kan...
:35:12
niet lezen.
:35:16
Dit meen je toch niet.
:35:18
Ik kan het voor je lezen.
- Nee, dank je.
:35:20
Ik kan het zelf wel.
:35:22
Bedankt voor je medeleven.
:35:24
Ik bestel wel een....
:35:38
Pan....
:35:39
Pan....
:35:43
Panku--
:35:45
Ka--
:35:47
Pankoeks.
:35:48
Pannenkoeken.
- Oké. Doe mij maar pannenkoek.
:35:51
Pannenkoeken.
- Pankoek-- Pannenkoeken!
:35:54
Ik ben zo dom!
- Niet huilen.
:35:55
Dom, dom, dom.
- Niet huilen.
:35:59
Ik kan ook niets.
- Wat een loser.
:36:06
Waarom kom je niet bij
mij aan tafel zitten?
:36:09
Dan ontbijten we en
leer ik je wel wat woorden.
:36:12
Oké.
- Goed.
:36:14
Dat klinkt goed.
- Kom maar.
:36:16
Oké, bedankt.
- Is goed.
:36:25
Dus de I komt voor de E?
:36:28
Behalve na de C?
- Klopt.
:36:31
Oké, en de C is toch
zo'n half rondje?
:36:33
Ja.
- Ik begin het te begrijpen.
:36:36
Hoe komt het dat je zo goed lesgeeft?
- Ik ben lerares.
:36:39
Ik ben tekenlerares op
Haluki-liki basisschool.
:36:42
Je ziet er uit als een lerares
waar alle kinderen verliefd op worden.
:36:47
Ik in ieder geval wel, als ik
bij jou in de klas zou zitten.
:36:53
Oké.
:36:55
Mijn vingers ruiken naar vis.
:36:58
Daar knap je toch niet op af, wel?