:28:03
Hij was je aan het provoceren.
:28:05
Is er een geld spoor?
:28:08
Alles klopt...
belasting, bankrekeningen.
:28:11
Hij koopt geen dure schilderijen,
jachten, niets.
:28:14
Het gaat hem meer om de uitdaging en het alibi.
Dat is zijn kunstwerk.
:28:19
Het klinkt alsof je hem bewondert.
:28:21
Zou ik een dag in
zijn fluwelen slippers willen staan?
:28:25
Misschien.
:28:26
Maar ik bewonder hem niet.
:28:28
Daarvoor heeft hij me te vaak verslagen.
:28:30
Misschien heb je de
vrouwelijke aanpak nodig.
:28:34
Dat is precies wat ik nodig heb.
:28:36
Kijk, ik wil een grote arrestatie,
jij hebt plaatselijke hulp nodig.
:28:39
Ik zal de mogelijkheden
van de FBI wat verruimen.
:28:42
Als ik maar voorin mag zitten.
:28:51
Wat doe je?
:28:53
Ik maak het terras groter.
:28:55
Je probeert bezig te blijven.
:28:56
We gaan op dit terras zitten...
:28:59
en naar de zonsondergang kijken
tot we oud zijn.
:29:03
Ik kan niet wachten.
:29:05
Waar ga je heen?
:29:06
Je vond toch dat ik een hobby moest nemen?
:29:08
Ik ga er één zoeken.
:29:10
Echt?
:29:11
Ik bel je nog.
:29:42
Hij is er.
:29:50
Het belangrijkste stuk
van de tentoonstelling.
:29:53
Napoleon had drie kostbare diamanten in het
handvat van zijn zwaard.
:29:56
Nadat hij verslagen was, raakten de diamanten
over de hele wereld verspreid.
:29:59
Het gebeurt zelden, dat de
overgebleven diamant tentoongesteld wordt.