:39:06
Smeer hier wat van op mijn rug.
:39:09
Meen je dat nou?
:39:10
Ik heb een gevoelige huid.
Ik wil niet verbranden.
:39:19
Ik wed dat jij als kind de beste was
met verstoppertje spelen.
:39:22
Dus ging je bij de FBI.
:39:23
Ik heb ze allemaal gevonden.
:39:27
Niemand heeft mij nooit gevonden.
:39:29
Als ik eenmaal een goed plekje had,
bleef ik er dagen zitten.
:39:37
Klaar.
:39:38
Draai je om.
Doe ik het bij jou.
:39:40
Ik doe het zelf wel.
:39:41
Kom op.
Je verbrandt nog.
:39:52
Al goed.
:39:55
Zo is het goed.
:39:57
Wacht. Ik moet toch alles insmeren.
:39:59
Mijn paal.
:40:00
Mooi niet!
Ik doe alleen je rug.
:40:02
Mijn paal!
:40:03
We hebben beet.
:40:04
Moet je zien.
:40:05
We hebben beet.
:40:10
Help eens mee.
:40:12
Raak hem niet kwijt.
:40:16
Wat een monster.
- We kunnen het.
:40:18
Dit is groot.
Kom op, trekken.
:40:20
Trek je?
- Ik trek.
:40:22
Eén, twee, drie!
:40:29
Het is een haai.
:40:33
Waarom beweegt hij niet?
:40:35
Misschien heeft hij een shock.
- Wat zullen we doen?
:40:37
Misschien is hij dood.
Hij ziet er dood uit.
:40:41
Schud er eens mee.
:40:43
Waarom ik?
- Jij bent van de FBI.
:40:45
Wat heeft dat er mee te maken?
:40:46
Als hij jouw arm afbijt,
krijg je WAO.
:40:49
Toe!
- Jij hebt hem gevangen.
:40:50
Kijk jij maar of hij leeft.
:40:51
Ja, ik heb hem gevangen,
dus ga jij kijken of hij leeft.
:40:53
Vooruit.
:40:54
Oké. Ik ga al.
:40:58
Je moet hem besluipen.