1:00:01
Het is in orde. Ik wil weg.
Dag Lisa, leuk je ontmoet te hebben.
1:00:04
Ga nou niet.
- Je moet het uitpraten.
1:00:17
Ik begrijp het niet. Ik bedoel,
ik dacht, dat je...
1:00:20
gelukkig was met Claude.
1:00:21
Een paar weken.
Maar hij had het alleen over duiken.
1:00:25
Echt waar?
- Ik heb je gemist.
1:00:27
Ik heb jou ook gemist, maar kom op zeg.
1:00:30
Wat had ik dan moeten doen?
Ik ging verder. Ik heb een nu relatie.
1:00:33
Met die Polly?
- Ja.
1:00:35
Ze noemt zichzelf niet eens je vriendin.
1:00:38
Ze houdt alleen niet van dat woord.
1:00:40
Goed, laat ik je dan dit vragen:
1:00:43
Wil je de rest van je leven
met haar doorbrengen?
1:00:47
Ik weet het niet.
1:00:49
Omdat ik dat met jou wil, Reuben.
1:00:51
Ik heb een fout gemaakt, door je
m'n waardering niet te laten blijken...
1:00:54
maar ik beloof je dat ik je
nooit meer zal kwetsen.
1:01:01
Ik hou van je, Reuben.
1:01:10
Weet je wat? Ik denk...
1:01:12
Ik denk dat je beter bij je
ouders kunt logeren,
1:01:16
want ik moet hier
over een week uit zijn.
1:01:18
Waar heb je het over? Waar ga je heen?
- Waar ik heen ga?
1:01:20
Ik trek dat huis in, weet je nog?
Dat ik voor ons tweeën gekocht had.
1:01:22
Laten we er dan samen intrekken.
In ons huis.
1:01:25
Nee, we kunnen niet zomaar...
1:01:32
Ik weet niet eens wat ik
nu moet zeggen, oké?
1:01:43
Als je haar weer terug wilt, zeg het dan.
- Nee, dat wil ik helemaal niet.
1:01:47
Ik ga toch nog steeds met jou...
- Het geeft niks hoor.
1:01:49
Jullie zijn getrouwd. Zij kwam terug.
- Oké, Polly...
1:01:52
Hoe staat het met die
tandarts Herb Lazare?
1:01:55
Daar ben ik nog niet aan toe gekomen.
Ik werk nog steeds aan Van Lew.
1:01:58
Wacht even. Ik dacht dat je daar
twee weken geleden al over beslist had.