1:01:01
Ik hou van je, Reuben.
1:01:10
Weet je wat? Ik denk...
1:01:12
Ik denk dat je beter bij je
ouders kunt logeren,
1:01:16
want ik moet hier
over een week uit zijn.
1:01:18
Waar heb je het over? Waar ga je heen?
- Waar ik heen ga?
1:01:20
Ik trek dat huis in, weet je nog?
Dat ik voor ons tweeën gekocht had.
1:01:22
Laten we er dan samen intrekken.
In ons huis.
1:01:25
Nee, we kunnen niet zomaar...
1:01:32
Ik weet niet eens wat ik
nu moet zeggen, oké?
1:01:43
Als je haar weer terug wilt, zeg het dan.
- Nee, dat wil ik helemaal niet.
1:01:47
Ik ga toch nog steeds met jou...
- Het geeft niks hoor.
1:01:49
Jullie zijn getrouwd. Zij kwam terug.
- Oké, Polly...
1:01:52
Hoe staat het met die
tandarts Herb Lazare?
1:01:55
Daar ben ik nog niet aan toe gekomen.
Ik werk nog steeds aan Van Lew.
1:01:58
Wacht even. Ik dacht dat je daar
twee weken geleden al over beslist had.
1:02:00
We moeten woensdag een presentatie
voor AFLAC houden.
1:02:03
Polly, heb je even?
- Ik sta op het punt te vertrekken.
1:02:06
Je probeert toch geen bonus te krijgen?
- Bonus?
1:02:08
Stan, zijn carrière staat op het spel. Ik
moet hem wel een grondige analyse geven.
1:02:13
Ik ga met mijn geliefde
naar Barbados dit weekend.
1:02:15
Ik wil dat die Van Lew zaak
geregeld is als ik terugkom, oké?
1:02:18
Ik zal het meteen afhandelen.
1:02:21
Prima.
1:02:29
Lisa liet dit voor je achter.
1:02:33
Bedankt.
1:02:39
Denk aan onze eerste afspraak.
Ik mis je.
1:02:45
Ik ontmoette een makelaar
genaamd Lisa Kramer,
1:02:48
die me een appartement liet zien dat ik huurde,
zodat ze met me uit zou gaan.
1:02:51
Ik gaf hem een goede prijs.
- Ja, maar niet goed genoeg, ze is keihard.