:12:08
Ken je dat nog?
:12:12
New Mexico.
:12:16
We gaan terug, met z'n allen.
:12:20
Op reis met de hele familie.
- Ik kan niet, Henry.
:12:26
Natuurlijk wel. We maken het busje
in orde. Nog één opgraving, samen.
:12:31
Mijn bus gaat morgenochtend.
- Bus?
:12:37
Waar naartoe?
:12:41
Je bent er net, jongen.
Je bent net thuis.
:12:47
Ik kan niet blijven, Henry.
:12:54
Je bent er nog niet klaar voor.
:12:57
De trap, nog steeds.
:13:06
Zach, ik meen het. Geef hier.
Het is bedtijd.
:13:12
Ben je blij dat je pa niet meer dood is?
- Dat is ie nooit geweest.
:13:18
Ben je blij om hem te zien?
:13:24
Ja, hoor.
:13:37
Sommigen zijn meer gebroken
dan anderen.
:13:45
Hoe bedoel je?
:13:50
Een familie draagt elkaar.
:13:56
Ik droeg jou, jij droeg mij.