Cellular
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:11:03
Hoe ziet het er uit?
Hij moet naar het ziekenhuis.

1:11:07
Vertel wat is er?
Nee niks.

1:11:08
Kom op, wat is er? We hebben een afspraak
met die vent van het telefoongeprek.

1:11:13
Dat is de zelfde als van het bureau.
Hij is op de San Monica pier, maar niemand kan hem.

1:11:17
Niemand weet hoe hij er uitziet.
Ik wel, ik zag hem vanmorgen.

1:11:21
Ik kan hem aanwijzen.
1:11:22
Beslist niet, je moet gehecht,
anders gaat hij weer open.

1:11:26
Hier pas goed op hem, ik kan
wel 20 minuten wachten.

1:11:28
Weet je het zeker?
Kom op laten we dit regelen.

1:11:32
Goed.
1:12:06
Ethan ik ben er.
1:12:15
Dimitri?
1:12:17
Ik ben in positie.
1:12:23
Ben je er?
Ja.

1:12:27
Showtime, hij is er.
1:12:30
En nu wat?
Laat zien dat de Martins niks mankeren.

1:12:34
Er staat een zwart busje op het
parkeer terrein, in de N.W. hoek.

1:12:38
Vlakbij het eethuisje.
1:12:42
Goed ik zie hem.
1:12:44
Hij wil even visueel contact
met het busje.

1:12:47
Kijk naar het bijzitters raam.
1:12:51
Laat de schoonheid maar zien.
1:12:57
Heb je het gezien?
1:12:59
Ja.

vorige.
volgende.