Darkness
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:43:11
Ik ben er nu. Het is goed.
Het is voorbij.

:43:15
Het is nog niet helemaal voorbij.
:43:17
Ze gaan nooit weg.
Ze verstoppen zich alleen maar.

:43:22
Wie? Over wie heb je het?
:43:25
De kinderen.
:43:28
Welke kinderen?
:43:30
Die in mijn kamer.
Zij lieten mij er niet uit.

:43:34
Ze haten me.
Ze zeggen dat ik een bedrieger ben.

:43:40
Paul,...
:43:42
er is niemand anders hier.
:43:46
Alleen jij en ik,...
:43:48
en ma en pa.
:43:51
Die kinderen bestaan niet.
:43:54
Je verzint ze maar.
:43:56
Ze bestaan wel. Ze komen
tevoorschijn zodra het donker is.

:43:59
Ze leven in het donker.
:44:02
Hoorde jij ze niet?
:44:06
Niet?
:44:24
Hallo.
- Carlos?

:44:26
Reggie, is het laat?
- Ik weet 't. Het spijt me.

:44:30
Ik heb je hulp nodig.
:44:31
Wat is er?
:44:34
Dit huis.

vorige.
volgende.