Darkness
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:42:04
Stop!
- Hou je bek!

:42:08
Laat me los!
:42:10
Stop!
:42:21
Paul, lieverd, kom hier.
Het is al goed.

:42:25
Het is al goed.
:42:26
Het is al goed.
:42:32
Ik weet het niet.
:42:34
Ik schrok.
We kregen de deur niet open.

:42:40
Schatje,...
:42:41
Gaat het goed met je?
- Wat mankeert je?

:43:11
Ik ben er nu. Het is goed.
Het is voorbij.

:43:15
Het is nog niet helemaal voorbij.
:43:17
Ze gaan nooit weg.
Ze verstoppen zich alleen maar.

:43:22
Wie? Over wie heb je het?
:43:25
De kinderen.
:43:28
Welke kinderen?
:43:30
Die in mijn kamer.
Zij lieten mij er niet uit.

:43:34
Ze haten me.
Ze zeggen dat ik een bedrieger ben.

:43:40
Paul,...
:43:42
er is niemand anders hier.
:43:46
Alleen jij en ik,...
:43:48
en ma en pa.
:43:51
Die kinderen bestaan niet.
:43:54
Je verzint ze maar.
:43:56
Ze bestaan wel. Ze komen
tevoorschijn zodra het donker is.

:43:59
Ze leven in het donker.

vorige.
volgende.