:15:04
Ze had zich niet kwetsbaar
hoeven op te stellen,
:15:07
maar ze koos ervoor om zichzelf
op goed geluk aan hem te geven.
:15:12
Als een geschenk.
:15:16
'Vrijgevig, zeer vrijgevig',
dacht Tom.
:15:20
Wil je iets eten?
Je zult wel honger hebben.
:15:27
Dat kan ik niet.
:15:29
Ik verdien dat brood niet.
:15:33
Ik heb dat bot gestolen.
Ik heb nooit eerder iets gestolen.
:15:39
Dus nu moet ik mezelf straffen.
:15:42
Ik ben opgevoed om arrogant te zijn,
ik heb mezelf deze dingen moeten leren.
:15:51
Dan is het goed voor je leerproces.
:15:57
In deze stad, in deze tijd...
:16:03
is het zeer onbeleefd om niet te eten
wat je wordt voorgezet.
:16:09
Het spijt me verschrikkelijk.
:16:21
Wie waren die mannen in de auto?
Waarom willen ze je pijn doen?
:16:28
De man achterin de auto is de baas.
Ik zag zijn gezicht.
:16:33
Hij gaf me zijn telefoonnummer.
Ik moet bellen als ik jou zie.
:16:38
Hij heeft je vast een beloning aangeboden
als je zou vertellen waar ik was.
:16:43
Ja.
:16:48
Waar is je familie?
:16:50
Ik heb geen familie.
:16:52
Alles wat ik had was een vader,
:16:56
maar die gangsters hebben hem
van me afgenomen.