Godsend
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:20:01
Een leraar vond hem,
doodsbang en bibberend.

1:20:04
Maar dat was voordat hij
tegengas begon te geven.

1:20:06
Vrij snel werden de kinderen verstandig
en lieten ze hem met rust.

1:20:10
En toen was er de brand.
1:20:12
De brand bij Saint Pius?
1:20:15
Ze zijn er nooit achtergekomen hoe
de brand is begonnen, maar ik wist 't.

1:20:19
En toen Zachary thuiskwam,
heb ik 't hem gevraagd.

1:20:22
Hij glimlachte alleen maar naar me.
1:20:34
Ik zweer 't, toen ik in z'n ogen keek,
zag ik niets anders dan kwaad erachter.

1:20:38
Ik hield m'n afstand.
1:20:41
Ik was bang voor waar hij
nog meer toe in staat was...

1:20:44
al die verschrikkelijke gedachten
die door m'n hoofd spookten.

1:20:54
We waren met z'n tweeën thuis die dag.
1:20:56
Hij zat in bad...
1:20:58
toen het ineens duidelijk
voor me werd wat ik moest doen.

1:21:01
Hij heeft me nooit horen binnenkomen.
1:21:25
Ik probeerde het door te zetten.
1:21:27
Ik weer dat ik het probeerde, maar...
1:21:29
Ik kon het gewoon niet.
1:21:33
Ik kon 't niet.
1:21:36
Toen z'n moeder thuiskwam,
zei Zachary er geen woord over.

1:21:50
Ben je hier?
1:21:54
Ik was de volgende dag thuis...
1:21:56
toen ik werd overvallen
door een naar voorgevoel.

1:21:59
Ik rende er vlug heen.

vorige.
volgende.