:58:10
Ik probeerje alleen maar te helpen.
-Daar is het wat te laat voor.
:58:15
Ik keur dit niet goed, hoor.
-Waarom doe je het dan?
:58:19
Het is m'n werk. Ik ben altijd cipier
geweest. Net als mijn vader.
:58:23
Het werk zal wel veranderd zijn.
-Onvoorstelbaar.
:58:28
Nou dan?
-Ik heb kinderen. Ik moet werken.
:58:33
Als je echt zou willen,
kon je best iets anders vinden.
:58:51
Tijd om te luchten.
:58:54
Ik wil niet.
-Waarom niet?
:58:58
Laat me hier blijven.
-Goed. Ik zeg wel dat je ziek bent.
:59:10
Wat doe je?
-Ik probeer het me te herinneren.
:59:15
Ik begrijp het.
-Niet het verleden, maar dit.
:59:21
Ik probeer me dit te herinneren. Elk
detail. Dit mag nooit vergeten worden.
:59:53
Mijn zus Marta werkte op
het ministerie van Guzman.
:59:58
Op een dag vond ze iets op zijn bureau.