1:01:02
dat te vaak was betrapt
met zijn moeders schoenen aan.
1:01:07
Hij zei dus dat hij liever doodging
dan dat hij een mietje grootbracht.
1:01:11
En ik ging liever dood dan
dat ik een mietje was.
1:01:16
Dus besloot mijn vader,
die nog nooit de stad had verlaten,
1:01:21
dat we op hertenjacht gingen.
1:01:23
Dus mijn vader sleept me mee
naar zo'n jachthut in de bergen.
1:01:32
Het is begin november.
1:01:35
Net als nu.
1:01:42
En een storm overvalt ons.
1:01:49
Mijn vader was vastberaden
dat zijn verwijfde zoon iets zou doden.
1:02:03
Van alle kanten kwam sneeuw.
1:02:06
De lucht, de hemel, de aarde,
alles werd één.
1:02:12
En vreselijk schreeuwend wit.
1:02:18
Ik dacht dat het wel goed zou komen.
1:02:25
En toen zag ik mijn vaders ogen.
1:02:31
En die waren ook zo wit.
1:02:38
En toen deed hij het.
1:02:41
Wat?
1:02:46
Wegrennen.
1:02:58
Kwam hij niet voor je terug?