P.S.
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:56:04
Een inbeeldingsspel.
- Inbeelden?

:56:09
Wat gaan we ons inbeelden?
:56:12
Ga naar de spiegel
en kijk naar je spiegelbeeld.

:56:26
Nu ga ik een situatie voor je schetsen.
:56:31
Ben je er klaar voor?
:56:36
Het is de toekomst.
:56:39
Je bent veertig.
:56:41
Kun je je dat voorstellen?
:56:46
Je bent veertig.
:56:50
Je bent mislukt als artiest.
:56:54
Je vecht nog wel. Je hebt
nog niet alles opgegeven, maar

:56:59
het duurt nu al jaren, en je werk
heeft weinig bijval gekregen.

:57:03
Ik geef weinig om bijval,
zolang ik maar kan blijven werken.

:57:06
Natuurlijk,
dat is ook waarom je niet gestopt bent.

:57:08
Maar vandaag
voel je je bijzonder kwetsbaar.

:57:13
Het is ochtend,
en je kleedt je aan voor werk.

:57:19
Waar werk ik?
:57:24
Je verkoopt auto's
voor je oom, in New Jersey.

:57:28
Het is een lange reis. Je bent laat.
:57:32
Ik verkoop auto's.
- Tweedehands auto's.

:57:35
En nu moet je je verbeelding gebruiken.
:57:38
Wat je draagt. Kijk naar jezelf.
:57:43
Stel je voor je dat je
een overhemd, boxershorts,

:57:49
zwarte sokken en verder niks draagt.
:57:53
Je bent je das aan het knopen.
:57:57
Ik weet niet hoe ik een das moet knopen.
- Precies.


vorige.
volgende.