Primer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:05:02
Ken jij Robert?
1:05:03
Hij viert vanavond zijn verjaardag.
Waarom kom je daar niet heen?

1:05:06
Ik ga naar mijn neef.
- Neem hem mee. Rachel is er ook.

1:05:09
Grote reünie.
- Precies.

1:05:12
Dat wordt lachen.
1:05:27
Ik denk niet dat ik dit doe.
1:05:31
Waarom niet?
1:05:33
Omdat ik allerlei manieren kan bedenken
dat dit gebeurt...

1:05:36
zonder dat er slachtoffers vallen.
1:05:38
Ik kan haar bellen
en kijken of ze vanavond iets anders wil doen.

1:05:41
Of nog beter,
niet eens over het feestje praten.

1:05:43
Dat is goed voor vanavond.
Hoe zit het met morgen, of alle andere dagen?

1:05:47
Ik zorg morgen wel voor morgen.
- Je houdt haar altijd in de gaten.

1:05:49
Die vent is gek genoeg om een kamer
vol mensen met een geweer binnen te lopen.

1:05:53
Wat denk je dat hij doet
als hij haar alleen treft?

1:05:55
Op die manier weten we precies wat er gebeurt.
We hebben er volledige controle over.

1:05:59
Op het eind van de avond
wordt die vent gearresteerd en gaat de bak in.

1:06:02
Zo gaat het. Jouw woorden, niet de mijne.
1:06:05
Jij moet het doen.
1:06:07
Ze zei dat ze er was,
omdat jij had gezegd dat je er zou zijn.

1:06:15
Ga me niet vertellen
dat ik dit voor niets gedaan heb.

1:06:22
Hij schiet niet?
1:06:25
Hij heeft niet geschoten.
- Schiet hij helemaal niet?

1:06:27
Zelfs niet toen jij hem opjoeg?
- Hij deed het niet toen ik er niet was.

1:06:29
Hij deed het niet
toen ik er wel was en hem opjoeg.

1:06:32
En volgens Robert
deed hij het vanavond ook niet.

1:06:34
Hij durft niet. Wij weten alles.
1:06:37
We hebben voorkennis.
1:06:45
We kunnen toch wel voorzichtig zijn.
1:06:46
Misschien kunnen we
stiekem bij het geweer komen.

1:06:49
Dat kunnen we zeker.
1:06:51
Hij laat het in de auto liggen
voor hij binnenkomt. Het is niet eens nodig...

1:06:54
maar als jij dat prettig vindt.
- Wat is er met onze handen?


vorige.
volgende.