Primer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:07:00
Hoe bedoel je?
1:07:01
Waarom kunnen we niet normaal schrijven?
1:07:06
Weet ik niet. Ik zie de letters.
1:07:10
Ik weet hoe ze eruit moeten zien.
Ik krijg ze niet makkelijk uit mij vingers.

1:07:16
Vergelijk het eens met je linkerhand.
Bij mij ziet het er hetzelfde uit.

1:07:37
Raad eens wat er vandaag is.
1:07:42
Je vriend Robert is jarig.
1:07:46
Hij houdt van platen,
dus heb ik hem 'The Best of Bread' gegeven.

1:07:49
Echte platen, vinyl.
1:07:51
Ik kan je met zekerheid vertellen wat ik deed,
die avond dat het mijn beurt was.

1:07:55
Maar het zo niet uitmaken,
want wat de wereld onthoudt...

1:08:00
de werkelijkheid, de laatste uitvoering,
is kennelijk het enige dat telt.

1:08:04
Dus hoe vaak heeft Aaron erover gedaan...
1:08:07
terwijl hij steeds
door dezelfde gesprekken fietste...

1:08:09
en steeds weer onbenulligheden
nasynchroniseerde?

1:08:12
Hoe vaak voor hij het goed had?
1:08:15
Drie? Vier?
1:08:18
Twintig?
1:08:20
Ik ga ervan uit
dat hij het nog één keer had moeten doen.

1:08:24
Ik kan bijna slapen als er nog één keer komt.
1:08:27
Langzaam en methodisch heeft hij
teruggewerkt naar een perfect moment.

1:08:34
Hij heeft uit de
omgeving gehaald wat hij nodig had...

1:08:36
en heeft er meer van gemaakt.
1:08:50
En toen alle details op hun plek stonden...
1:08:53
zat er niets anders op
dan op het conflict wachten.


vorige.
volgende.