1:01:01
Goed zo.
1:01:03
Ik meen het.
- Goed.
1:01:17
Het spijt me. Ik hoor hier niet te zijn.
- Dat geeft niet. Ik heb gewoon honger.
1:01:29
Honger?
- Heel erg.
1:01:34
Ik voel me zo stom.
- Nee, ik huil ook als ik honger heb.
1:01:40
Meestal voor frietjes. Jij?
1:01:44
Gebak.
1:01:50
Voorzichtig, mors niet op je nieuwe jas.
- Oude jas, nieuwe kleur. Hij is geverfd.
1:01:56
Door mijn vader. Hij heeft een stomerij.
1:01:59
Net als mijn moeder, broer,
mijn oudere zussen en ik.
1:02:03
Ik zei toch dat ik alles van vlekken weet.
1:02:06
Je werkt dus in een stomerij?
- Tot ik een jaar of acht was.
1:02:11
Toen ben ik beginnen dansen.
1:02:14
Ik hielp op een dag na schooltijd mee
in de winkel
1:02:16
toen mijn moeder vroeg of ik
achterin een bestelling wilde halen.
1:02:19
Het was ongelofelijk delicaat,
bij elkaar gehouden door een gouden draad.
1:02:26
Ik had het kledingstuk
uiterst voorzichtig vast.
1:02:30
Toen zag ik de klant.
1:02:32
Het was de mooiste vrouw
die ik ooit gezien had.
1:02:37
Ze nodigde ons uit om haar te zien dansen
die avond, en mijn moeder stemde toe.
1:02:45
Het leek wel of de wereld van zwart-wit
naar kleur was veranderd.
1:02:51
De mooie vrouw en haar partner
stopten pal voor ons
1:02:55
en deden een walshouding.
1:02:57
Ze kantelde haar hoofd achterwaarts
en knipoogde naar mij.