:24:02
Je weet niets van deze vrouw.
:24:05
Hou je rustig. We gaan gewoon eten.
:24:13
Hoe gaat het?
- Prima.
:24:16
Je ziet er goed uit.
Ben je afgevallen?
:24:20
Niet echt.
:24:23
Maar toch bedankt.
:24:25
Druk hè?
- Zondag.
:24:27
Zijn jullie aan het proeven geweest?
:24:29
Je weet het.
:24:32
Dit is mijn vriend, Jack.
:24:36
Leuk je weer te zien.
:24:39
Weer aan het werk.
:24:43
Wat een moordgriet.
:24:46
En ze ziet jou wel zitten.
:24:48
Wat weet je nog meer van haar?
:24:50
Ze weet veel van wijn.
:24:54
Kijk, dat gaat de goeie kant op.
:24:57
Ze houdt van pinot.
- Perfect.
:25:00
Maar het is een serveerster in Buellton.
:25:02
Dat kan toch nooit iets worden?
:25:04
Lul. Waarom moet je altijd negatief doen.
:25:07
Zag je hoe vriendelijk ze was?
- Ze moet het van de fooien hebben.
:25:12
Je bent blind, man. Blind.
:25:14
Ik kan ook de struisvogelbiefstuk aanbevelen.
Heel mals en hier gekweekt.
:25:24
Highliner graag.
:25:26
Van ons.
:25:28
Hebben jullie bezwaar?
:25:30
Nee hoor.
- Zeker weten?
:25:32
Ga je gang, steek maar op.
:25:37
Wil je erbij komen zitten?
:25:43
Tuurlijk.
:25:48
Hoe is het met je boek?
:25:51
Volgens mij was je er vorige keer
bijna mee klaar.
:25:54
Het is af.
- Goed gedaan.
:25:58
Het wordt uitgegeven.