:52:00
Draai je om.
:52:02
Ik meen het.
Draai je om.
:52:11
Dag Joe.
:52:32
Vraag hem wat hij met
onze kleren heeft gedaan.
:52:37
Onze kleren zijn verbrand.
- Verbrand? Waarom?
:52:44
De mijn is giftig.
Onze kleren waren besmet.
:52:50
Hij heeft iemand geregeld om ons
terug te brengen.
:52:53
We worden weggebracht zodra
we aangekleed zijn.
:52:56
We waarderen dat maar...
:52:57
leg hem uit dat we op zoek
zijn naar een man.
:53:06
Hij zegt dat we voor het donker
moeten vertrekken.
:53:08
Hij kan niets meer voor ons doen.
- Het is belangrijk dat we die man vinden.
:53:13
Zijn naam is Totenkopf.
:53:19
Hij vraagt wat je van die man wilt.
:53:21
Ik kom om hem te doden
en mijn vriend te vinden.
:53:29
Hij zegt dat hij zal helpen.
:53:41
Wat denk je?
:53:46
Ik denk dat ze de verkeerde
kleren hebben verbrand.
:53:50
Jij zei dat ik geen andere mocht
meenemen.
:53:52
Je lijkt wel een mammoet.
:53:55
Ze wachten op ons.
:53:58
De priester zegt dat Totenkopf
zijn mensen tot slaaf heeft gemaakt,