:53:06
Hij zegt dat we voor het donker
moeten vertrekken.
:53:08
Hij kan niets meer voor ons doen.
- Het is belangrijk dat we die man vinden.
:53:13
Zijn naam is Totenkopf.
:53:19
Hij vraagt wat je van die man wilt.
:53:21
Ik kom om hem te doden
en mijn vriend te vinden.
:53:29
Hij zegt dat hij zal helpen.
:53:41
Wat denk je?
:53:46
Ik denk dat ze de verkeerde
kleren hebben verbrand.
:53:50
Jij zei dat ik geen andere mocht
meenemen.
:53:52
Je lijkt wel een mammoet.
:53:55
Ze wachten op ons.
:53:58
De priester zegt dat Totenkopf
zijn mensen tot slaaf heeft gemaakt,
:54:01
en ze in de mijn liet werken.
Maar de mijn is giftig.
:54:03
Degenen die niet gelijk stierven,
werden hier gebracht om te studeren.
:54:07
Waar is Totenkopf nu?
:54:08
Dat weet hij niet. Hij weet alleen dat
Totenkopf jaren geleden verdwenen is.
:54:17
Ik kan niet geloven dat mij
dit overkomt.
:54:21
Ik heb nog maar twee opnamen over.
:54:24
We zijn in Shangrila en alles wat ik heb
zijn twee opnamen.
:54:27
Alles wat ik had zat in die tas.
Je had me terug moeten laten gaan.
:54:31
Je hebt gelijk.
Dat had ik moeten doen.
:54:38
Waar brengt hij ons naartoe?
:54:40
We gaan naar de enige overlevende
van Totenkopfs experimenten.
:54:45
Wat voor experimenten?
:54:58
Vraag hem waar Totenkopf is en
zeg hem dat het belangrijk is.