Sleepover
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:46:05
Dat was echt te nipt.
:46:07
Ik ben volledig uitgeput.
:46:12
Ik moet terug naar school
en wat gaan rusten.

:46:16
Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen,
maar bedankt.

:46:19
En kun je ons nog even indekken?
:46:23
Ga de tiener maar uithangen.
:46:27
Het eindigt te vlug.
:46:30
En het wordt vervangen
door lintjes en lampenkappen.

:46:45
Steve zijn huis.
:46:49
Definieer 'uh-oh'.
:46:51
Ik denk dat de batterij leeg is.
:46:53
Wat? Vallen we zonder stroom
voor Steve zijn huis?

:46:57
Het heeft een snelle oplaadfunctie.
Ik moet gewoon een stopcontact hebben.

:47:00
Een stopcontact?
:47:02
Kalmeer.
:47:03
Wij zorgen wel voor de auto.
Ga jij zijn boxershort maar halen.

:47:07
Wacht. Waarom moet ik
zijn boxershort halen?

:47:10
Maak je een grapje? Dit staat enkel
op de lijst door jou.

:47:14
Ze heeft gelijk.
Dit moet jij doen.

:47:18
Denk je dat hij binnen is?
:47:20
Het is bijna tien uur.
Hij kan al op het bal zijn nu.

:47:22
Of hij kan zich binnen
aan het klaarmaken zijn.

:47:25
Ik bedoel, een belangrijk iemand
komt niet opdagen voor tien uur.

:47:28
Bedankt om dat te zeggen.
:47:39
Ik kan dit niet doen.
Laten we naar huis gaan. We verliezen.

:47:42
Jij bent Julie.
:47:44
Prachtige knieën, geweldig verstand.
:47:46
Je kunt dit.
:47:48
'Prachtige knieën?'
'Geweldig verstand?'

:47:51
Moet ik me daar beter door voelen?
:47:53
Wat kan het jou trouwens schelen?
:47:55
Je gaat toch verhuizen.
:47:57
Net daarom kan het me wat schelen.
:47:59
Julie, ik weet dat je dit kunt.

vorige.
volgende.