Sleepover
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:11:00
Ze zeggen dat ze vol kauwgom hangen.
- En andere onsmakelijkheden.

1:11:04
Onsmakelijkheden?
1:11:05
Ik eet niet op onsmakelijkheden.
1:11:31
Hoe wist je het?
1:11:33
Wat?
1:11:35
Ik en jij... en de kroon.
1:11:38
Ik zag je daarstraks skateboarden.
1:11:41
En daarna zag ik je dansen.
1:11:44
De puzzel paste ineen.
1:11:46
En de kroon...
1:11:49
Krijg ik mijn boxershort terug?
1:11:53
Je hebt een mooie lach.
1:12:04
Het spijt me. Het zou...
- Ga je gang.

1:12:10
Hallo?
- Waar zijn jullie?

1:12:13
Is ma thuis?
- Nee, maar ze...

1:12:15
Wist pa maar waar ma
echt was vanavond.

1:12:17
Julie. Ze heeft net gebeld.
Ze is op weg. Kom naar huis. Nu.

1:12:23
Wie was het? Was het je moeder?
1:12:26
Ma weet niet dat we het huis verlieten
en ze is nu op weg naar huis.

1:12:29
Wat? Is ze op weg naar huis?
Wegwezen.

1:12:32
Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt,
ik moet weg.

1:12:34
Het spijt me.
1:12:42
Oké.
1:12:44
Het was leuk.
1:12:48
Ik heb geen kus gekregen.
1:12:50
Wat?
1:12:52
Hij wordt morgen wakker
1:12:54
en zal beseffen dat ik
maar een groentje ben.

1:12:56
Ik heb mijn kans verknald.

vorige.
volgende.