Spartan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:00:06
Het meisje leeft nog, meneer.
1:00:27
Kun je laten zien waar je die
oorring hebt gevonden?

1:00:35
Ik heb die mat hier neergelegd.
1:00:40
Wat?
1:00:43
Het huis leek dichterbij die nacht.
1:00:45
De luchtdruk daalt. Bij lage druk
lijken dingen verder weg.

1:00:50
Let maar op het weer, maatje,
want het gaat veranderen.

1:00:55
Kun je laten zien waar
je het teken zag?

1:00:58
Wacht even.
1:01:10
Hé, het was hier!

vorige.
volgende.