1:15:01
Verwacht ze jou niet?
1:15:03
Zeg tegen haar dat ik niet kom,
1:15:07
maar dat ik vond dat ze de
tekeningen mocht hebben.
1:15:14
Het... het is misschien...
een beetje raar...
1:15:19
om de portfolio terug te vragen.
1:15:21
Het zal geen probleem zijn.
1:15:31
Ik snap er niks van. Hij wil ze
aan mij geven. Wilt hij ze niet?
1:15:37
Hij zei dat je ze mocht hebben.
1:15:43
Maar wanneer komt hij langs?
Hij komt vrijdag toch, is het niet?
1:15:47
lk heb de hele vrijdag de tijd voor hem.
Hij weet dat ik die dag vrij heb.
1:15:52
Sta even stil.
Komt hij vrijdag?
1:15:56
lk weet het niet.
- Ja, je weet het wel.
1:15:59
Heb je naar die tekeningen gekeken?
Heeft hij ze laten zien?
1:16:08
lk ben buitengesloten.
1:16:11
Jij zult in moeten breken.
- Ik?
1:16:21
Je zult me over het glas heen moeten
tillen. Ik loop op bloten voeten.
1:16:26
Hoe durf je? Hoe durf je me te minachten?
1:16:32
Jij leeft ook niet echt een
onbevlekt leventje, of wel?
1:16:34
Laat me alsjeblieft gaan.
1:16:37
Ga dan.
1:16:42
Waarom dacht ze dat je de tekeningen
had bekeken? Heb je dat gedaan?
1:16:46
Nee.
1:16:47
Natuurlijk heb je dat gedaan.
1:16:49
Dat heb ik niet gedaan.
Ze ontblootte zich.
1:16:53
Jezus. Wát heeft ze gedaan?
- De wind blaasde haar kamerjas open.
1:16:59
Jezus Christus.