:40:06
Hij wil dat je goedheid op
hem afgeeft.
:40:12
Ik weet het, toch?
- Ik begrijp het.
:40:15
En dat geloof je echt?
:40:19
Waarom niet?
- Wow, Rosie.
:40:21
Je hebt onschuldig, naïef
maar je kunt er ook om vragen.
:40:26
Hij wil dat jouw goedheid op
hem afgeeft?
:40:28
Hij wil dat je kont op hem afgeeft
zal je bedoelen.
:40:31
O, mijn God.
- Ja, het zal wel.
:40:33
Je kan vanavond niet met hem uit.
- Hoe bedoel je, ik kan niet?
:40:37
Ik bedoel dat je de
late dienst moet draaien.
:40:41
Janine is ziek.
Ja, ze moet hoesten.
:40:44
Niet waar.
- Nee, nog niet, maar dat komt wel.
:40:50
Ze heeft absoluut iets onder de leden.
:40:54
Nee, niet waar.
:40:55
Janine, hoest eens. Hoest eens voor me.
:40:59
Zie je? God, het zit in je longen.
- Wat?
:41:02
Niets. Je bent in orde.
- Nee, niet waar.
:41:04
Zeg niet tegen mijn
personeel dat ze in orde zijn.
:41:06
Ze heeft niets.
:41:09
Ook al had ze wel wat,
zou je een ander moeten zoeken
:41:11
want ik ga uit met Tad Hamilton.
:41:19
Hou daarmee op.
- Ik voelde wat in mijn longen.
:41:22
Je krijgt vanavond geen vrij, Janine.
Bob, niet nu.
:41:29
Everywhere Inn.
- Ja.
:41:32
Hebben jullie ook andere kamers?
Of een suite?
:41:35
Nou, ja we hebben wel snoepjes.
We hebben wat lollies bij de balie
:41:39
dus als je langs wilt komen om
een lollie voor jezelf te halen.
:41:43
Nee, ik bedoel iets groters of nieuwer.
:41:47
Groter en nieuwer?
- Ja, ik begrijp wat je bedoelt.
:41:50
Maar nee, we hebben niet zulke suites.
:41:53
Oké, dat is denk ik wel cool.
Dat is cool, denk ik.
:41:58
Heeft u een momentje?
- Ja, mijnheer.