:28:00
Ze gebruiken de zaklamp al
voor duizenden jaren.
:28:05
Nee, bestonden er toen al batterijen?
:28:08
Oké, sukkels.
:28:10
Eens kijken wie er vanavond zalm eet,
en wie er gras eet.
:28:11
Heb je daar ook een trucje voor?
- Let maar op, astronauten.
:28:15
Ze houden ervan als je
achtjes maakt .
:28:19
Hey, 100 ruggen
en mijn linker bal wedden
:28:21
dat je alleen maar verkouden word.
:28:23
'k Heb hem! Vang hem!
:28:26
Wat doe je?
:28:29
Fantastisch.
- Kun je dat nogeens?
:28:32
Ik krijg 100 ruggen van je en je linker bal.
:28:34
Kunnen jullie em vangen als
ik em opgooi?
:28:37
Ja, Ja!
- Ja, ja, kom op!
:28:39
Ik moet nu een duidelijk patroon maken.
Ze zijn gewend aan achtjes.
:28:44
Het zal moeilijk worden, maar
ik ben geconcentreerd.
:28:48
Wat doe je in godsnaam?
:28:50
Ik gooi hem, jij vangt hem.
Dat is de afspraak.
:28:54
Wat?
:28:59
Wat doe je?
- Ik doe mijn schoenen uit.
:29:02
Waarom?
- Dan kan ik sneller rennen.
:29:04
Je kan nooit sneller zijn dan die beer.
- Ik hoef niet sneller te zijn dan die beer.
:29:07
Ik moet sneller zijn dan jou.
:29:10
Kalm blijven.
:29:12
Ze moeten niet ruiken dat je bang bent.
:29:15
Volg mij.
- Wat ga je doen?
:29:20
Een beer, We gaan allemaal dood!
:29:22
Rennen!
:29:25
Blijf rennen.
:29:43
Ga weg!
:29:47
Ga weg.
- Ga weg!
:29:52
Kalm blijven. Maak je klein.
:29:55
Hij doet je niks
als je je klein maakt.