1:34:03
	Wat is dit?
- Ik heb trek.
1:34:05
	Dat kan me niet schelen, je moet wachten.
1:34:07
	Mam.
- Wat?
1:34:08
	Heb je mijn stropdas gezien?
- Nee. Heb je in je kamer gekeken?
1:34:10
	Ik weet niet waar hij is.
1:34:13
	Zorg maar dat je hem vindt.
1:34:15
	Is dat mijn strikje?
1:34:17
	Mam.
- Wat is er?
1:34:18
	Graham heeft mijn strikje.
- Waarom heeft hij jouw strikje?
1:34:20
	Weet ik niet. Waarom?
Geef hier.
1:34:24
	Hallo, ik probeer dit nummer al
de hele ochtend, en ik was benieuwd
1:34:27
	of u kan uitzoeken of er iets
mis is met de lijn
1:34:29
	of dat hij afgesloten is of dat ik
via de centrale verbonden kan worden?
1:34:34
	Ze slaapt.
- Oké, toch bedankt.
1:34:37
	Is alles ingepakt?
Ik heb het busje bij.
1:34:38
	Ik ga niet verhuizen.
- Wat is er aan de hand?
1:34:45
	Ben en ik zijn uit elkaar.
1:34:48
	Schatje toch.
1:34:51
	Gaat het wel?
Waarom heb je me niet gebeld?
1:34:55
	Wat is er gebeurd?
- Ik moest dit doen.
1:34:59
	We gaan even zitten
en we halen even diep adem.
1:35:05
	Het komt allemaal goed.
1:35:08
	Het is heel normaal dat je nerveus
bent als je gaat trouwen.
1:35:11
	Herinner je je mij?
1:35:13
	Maak je geen zorgen, Ben begrijpt het.
1:35:15
	Je moet gewoon even met hem praten.
Spreek met hem af.
1:35:18
	Zeg dat je wat tijd nodig hebt
om alles te overdenken.
1:35:20
	Ik moet Oliver bellen.
- Oliver?
1:35:24
	Wie heeft er nou geen wisselgesprek?
- Schatje.
1:35:26
	Ik moet met hem praten.
Ik moet hem zeggen dat ik niet trouw.
1:35:29
	Stop.
Geef me de telefoon.
1:35:31
	Ik heb hem gezien.
- Wie heb je gezien?
1:35:42
	Hij gaat trouwen.
1:35:47
	Wanneer?