1:35:05
	Het komt allemaal goed.
1:35:08
	Het is heel normaal dat je nerveus
bent als je gaat trouwen.
1:35:11
	Herinner je je mij?
1:35:13
	Maak je geen zorgen, Ben begrijpt het.
1:35:15
	Je moet gewoon even met hem praten.
Spreek met hem af.
1:35:18
	Zeg dat je wat tijd nodig hebt
om alles te overdenken.
1:35:20
	Ik moet Oliver bellen.
- Oliver?
1:35:24
	Wie heeft er nou geen wisselgesprek?
- Schatje.
1:35:26
	Ik moet met hem praten.
Ik moet hem zeggen dat ik niet trouw.
1:35:29
	Stop.
Geef me de telefoon.
1:35:31
	Ik heb hem gezien.
- Wie heb je gezien?
1:35:42
	Hij gaat trouwen.
1:35:47
	Wanneer?
1:36:01
	Hallo, ik heb een telefoonnummer
en ik vroeg me af of
1:36:03
	u mij het adres kunt geven
dat bij dat telefoonnummer hoort.
1:36:05
	Wat ga je zeggen?
1:36:07
	Ik zeg dat ik en Ben uit elkaar zijn.
Ik zeg hem de waarheid.
1:36:10
	Nee, ik had het niet tegen u.
Sorry.
1:36:12
	Klaar? Hier komt het.
1:36:15
	Ik ben het nummer vergeten.
Zoek het nummer.
1:36:18
	Wacht even, ik zoek al.
- Ze zoekt al.
1:36:25
	Je ziet er waardeloos uit.
- Bedankt.
1:36:30
	De grote dag.
1:36:33
	Zijn jullie klaar, heren?
1:36:36
	Ben je er klaar voor?
Ja.
1:36:39
	Laten we beginnen.