:10:00
Tim, Het is je oom Mike.
:10:03
Ik weet dat je " Thanksgiving" met je vriendin viert...
:10:04
Het zou leuk als je jou moeder
zou kunnen zien dit weekend.
:10:10
Het gaat niet zo goed met haar
en het zou goed voor haar zijn om jou te zien.
:10:16
En ik heb wat dingen die je moet tekenen.
Ik hoop je dit weekeinde te zien.
:10:50
Je hebt het gehaald.
:10:53
Was de routebeschrijving goed?
- Perfect.
:10:57
Kom op.
- Moeten we niet wachten tot de klok gaat, ofzo?
:11:01
Wees stil... Het is hun huis, niet de mijne.
En waarom die stropdas?
:11:07
Ik weet het niet, ik dacht ik ontmoet de familie,
waarom niet?
:11:10
Kom op, zij zitten opeengepakt in de gastenkamer.
:11:13
Jessica zegt dat jullie elkaar
ontmoet hebben in de magazine.
:11:16
Werk je op de Kunst afdeling?
:11:18
Ik ben een editor.
- Dat klinkt indrukwekkend.
:11:21
Nee, in feite moet ik gewoon feiten checken.
- Tim is erg goed in zijn werk.
:11:25
En familie? Heb je nog familie?
:11:28
Broers en zussen?
- Nee meneer, ik heb geen broers en zussen.
:11:30
Alleen ik.
- En je ouders?
:11:32
Laat hem eten.
- Wij praten slechts.
:11:34
Het familieleven is een beetje gecompliceerd.
:11:38
De vulling is erg lekker, Jessica.
:11:41
Tim heeft een vreemde relatie met zijn ouders.
:11:44
De vader van Tim ging weg toen hij 8 jaar oud was.
- Jess?
:11:48
Dat is droevig.
- En toen moest hij naar zijn oom.
:11:51
In een kleine kamer, achterin zijn café.
:11:54
En je moeder dan?
:11:58
Ze heeft een moeilijk tijd gehad,
nadat mijn vader wegging.