:07:00
Je hebt ze.
- Ja, inderdaad.
:07:04
Nu wordt Freddie niet meer afgerost
omdat zijn broer in een rolstoel zit.
:07:09
Weet je dat ze 7.000 dollar kosten?
:07:12
700.
:07:14
Freddie maakte altijd alles tien keer
groter, maar daar wende je aan.
:07:17
Trouwens, hij werd nog meer afgerost sinds
zijn broer met die rare loopbeugels rondliep.
:07:23
Maar ik moest een cadeautje kopen
voor dat rotjoch Sebastian.
:07:29
Tot later, Dick.
:07:32
Moet iedereen weten dat ik afgerost werd?
- Dat weten ze al.
:07:36
Niet waar.
Niemand weet het.
:07:39
Je loopt alsof die kruk in je kont zit.
- Hou je mond.
:08:00
Wat wil je?
:08:03
Iets kopen.
:08:05
Wat?
:08:09
Een cadeau.
:08:13
Voor wie?
- Een idioot.
:08:16
Jongen of meisje?
- Jongen.
:08:20
Ze heette Susan. Ze stonk,
net als haar moeders winkel.
:08:25
Ik kende haar van school en we wisten
allebei dat ze alleen maar troep verkocht.
:08:30
Susan had nooit borsten gekregen,
zoals de andere meisjes.
:08:34
Een neppistool? Dat vinden jongetjes leuk.
- Die ligt er al honderd jaar.
:08:40
Nou en?
:08:43
Het is best een mooi ding.
:08:46
Mag ik hem zien?
:08:49
Zal wel zeker?
:08:57
Net goed voor Sebastian,
zo'n lullig cadeau.