Dear Wendy
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:08:00
Wat wil je?
:08:03
Iets kopen.
:08:05
Wat?
:08:09
Een cadeau.
:08:13
Voor wie?
- Een idioot.

:08:16
Jongen of meisje?
- Jongen.

:08:20
Ze heette Susan. Ze stonk,
net als haar moeders winkel.

:08:25
Ik kende haar van school en we wisten
allebei dat ze alleen maar troep verkocht.

:08:30
Susan had nooit borsten gekregen,
zoals de andere meisjes.

:08:34
Een neppistool? Dat vinden jongetjes leuk.
- Die ligt er al honderd jaar.

:08:40
Nou en?
:08:43
Het is best een mooi ding.
:08:46
Mag ik hem zien?
:08:49
Zal wel zeker?
:08:57
Net goed voor Sebastian,
zo'n lullig cadeau.

:09:01
Hij was niet eens nieuw.
Hij was verkleurd in de etalage.

:09:06
Hij zou het een rotcadeau vinden.
Ik kon niet wachten om het hem te geven.

:09:14
Dat is een mooi cadeau voor Sebastian.
Hij doet altijd of hij op iets schiet.

:09:19
Hij zal het prachtig vinden.
- Denk je?

:09:22
Reken maar.
:09:25
Ik begon me af te vragen
of het wel een geschikt cadeau was.

:09:29
Er waren al te veel wapens in de wereld
en bovendien was ik een pacifist.

:09:34
Het was geen goed idee
om een pistool te geven.

:09:37
Wat moet er dan niet van hem worden?
- En hou je stropdas aan, hè.

:09:42
Dus besloot ik hem een boek te geven:
'The Picture of Dorian Gray.'

:09:47
Een verkorte versie, want de laatste
twintig bladzijden waren er uitgescheurd.

:09:51
Dat gaf niks, het was goedkoop.
:09:55
Helaas opende hij het niet eens,
dus zag ik ook zijn ontgoocheling niet.


vorige.
volgende.