Flightplan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:00
Dan hebt u er ééntje gemist.
:27:02
Wat heeft dat met haar nu vinden te maken?
:27:08
Wilt u haar instapkaart zien?
- Als u het niet erg vindt.

:27:11
Ik zal het even pakken.
:27:20
Ik heb haar instapkaart in mijn zak gestopt.
:27:32
Haar tas is weg.
:27:38
Zij kan het niet zelf gepakt hebben,
daar is ze niet groot genoeg voor.

:27:43
Iemand heeft haar.
- Daar zegt u nogal wat.

:27:45
Hoe konden anders haar spullen verdwijnen?
Kunt u iets anders bedenken?

:27:49
Ik wil de captain spreken.
- Ik kan het hem vragen...

:27:51
maar ik kan het u niet garanderen.
:27:52
Mensen doen dingen met kleine meisjes.
Gestoorde dingen, jullie weten dat ook.

:27:55
Ik moet met de captain praten.
:28:02
Iemand heeft mijn dochter.
Begrijpt u dat?

:28:08
Captain, ik moet met u praten.
:28:13
Uw gedrag is een gevaar
voor de veiligheid van dit vliegtuig.

:28:15
Ik ben geen gevaar, ik moet de captain...
- Ik ben een airmarshall, kan ik u loslaten?

:28:25
Bent u gewond?
- Ik wil alleen maar de captain spreken.

:28:30
Ik begrijp het.
Maar dat bepaalt hij, niet u.

:28:36
Alles in orde, captain.
:28:42
Zij staat niet Op de passagierslijst?
:28:44
Nee, ik heb het dubbel gecontroleerd.
:28:47
En er is geen instapkaart.
- Die was er wel.

:28:49
Maar die is gestolen.
:28:57
Jij had toch dienst bij de ingang?

vorige.
volgende.