Flightplan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:26:00
Weet u waar mijn dochter is?
Waarom zegt u niets?

:26:03
Wat vertelt u mij niet?
Zeg het.

:26:09
Mevrouw Pratt, het spijt me,
maar ik denk niet dat zij hier is.

:26:16
We hebben geen...
:26:19
Wij hebben geen enkel bewijs
dat uw dochter ooit aan boord was.

:26:25
Waar hebt u het over?
:26:26
Dat was de balie in Berlijn, zij zeiden
dat er geen Julia Pratt aan boord is gegaan.

:26:34
Natuurlijk wel.
:26:36
Zij zat naast mij.
:26:39
Wij waren de eerste twee passagiers.
:26:42
Wij moeten vlak langs u gelopen zijn.
:26:44
Dit is onze passagierslijst,
uw dochter staat er niet op.

:26:48
Wij liepen vlak langs u.
:26:51
Rij zesentwintig, ik heb haar in de stoel
naast mij gezet, zesentwintig A.

:26:56
Volgens de lijst is zesentwintig A onbezet...
:26:58
ik telde zelf en heb de stoelen nagekeken.
:27:00
Dan hebt u er ééntje gemist.
:27:02
Wat heeft dat met haar nu vinden te maken?
:27:08
Wilt u haar instapkaart zien?
- Als u het niet erg vindt.

:27:11
Ik zal het even pakken.
:27:20
Ik heb haar instapkaart in mijn zak gestopt.
:27:32
Haar tas is weg.
:27:38
Zij kan het niet zelf gepakt hebben,
daar is ze niet groot genoeg voor.

:27:43
Iemand heeft haar.
- Daar zegt u nogal wat.

:27:45
Hoe konden anders haar spullen verdwijnen?
Kunt u iets anders bedenken?

:27:49
Ik wil de captain spreken.
- Ik kan het hem vragen...

:27:51
maar ik kan het u niet garanderen.
:27:52
Mensen doen dingen met kleine meisjes.
Gestoorde dingen, jullie weten dat ook.

:27:55
Ik moet met de captain praten.

vorige.
volgende.