1:30:05
Doe ik, Camille.
Het komt wel goed.
1:30:19
Hé, knul.
1:30:21
Wat doe jij hier in de sneeuw?
- lk oefen m'n slag, voor in de lente.
1:30:28
Je moet wat voor me doen.
1:30:30
Je krijgt twintig dollar
en deze doos Baby Ruth.
1:30:37
Zie je dat huis daar?
1:30:51
Wacht op Angel.
1:31:10
Wat moet je?
1:31:11
lk verkoop snoep om geld in te zamelen
voor nieuwe uniformen voor onze club.
1:31:16
Bedankt. En nou oprotten.
1:31:21
Dit is een groot probleem.
1:31:26
Als je rustig bent, kun je makkelijk
vier minuten zonder lucht.
1:31:30
Maar je bent niet echt rustig, hè?
1:31:35
We wachten op het telefoontje,
dus blijf rustig.
1:31:42
Hou ze bezig.
- Even m'n sjaal halen. lk ben er zo.
1:31:47
lk heb 'm.
- ls hij uitgeschakeld?
1:31:48
Wil je het niet vragen?
- Laat z'n stem horen.
1:31:51
Wacht, ik geef 'm even.
Zeg m'n broer eens gedag.
1:31:55
We hebben je, trut.
- lk kom eraan.
1:31:57
Ga.