Indringer, De
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:33:00
Hoe heet je?
- Julie.

1:33:04
En verder?
- Ost.

1:33:14
Waar woon je?
1:33:16
In Brussel in de Kennedystraat.
1:33:19
Ben je weggelopen?
- Ja, van mijn vader.

1:33:26
Ik had m'n trein gemist. Ik wachtte
in het café. Toen kwam jij binnen.

1:33:32
Dezelfde avond?
1:33:35
Ze moest met hem naar bed.
1:33:39
Ze moest al sinds haar twaalfde met 'm
naar bed. Hij heeft haar gedwongen.

1:33:44
Kijk maar. Ze wou zich verwonden.
1:33:47
Als ik er niet was geweest...
- Rustig maar, ik verwijt je niks.

1:33:53
Is dat waar?
1:33:56
Wat is er op het politiebureau gebeurd?
- Ik wilde niet zeggen wie ik was.

1:34:02
Dus toen stuurden ze
foto's rond van mij.

1:34:06
Die agenten stonden een uur later
met die foto van Charlotte.

1:34:12
Ze zeiden dat ik dat was.
- En jij zei ja.

1:34:15
Nee, ik heb nee gezegd.
1:34:17
Ze geloofden mij niet. Ze zeiden
dat ik dezelfde moedervlek had.

1:34:24
En toen kwam zijn moeder
en jij dacht, dit is mijn kans.

1:34:30
Maar je hield het niet lang vol.
1:34:35
En jij wist het. Natuurlijk.
1:34:37
Mijn moeder werd er gek van.
1:34:42
Ze kon niet aanvaarden
dat m'n zus verdwenen was.

1:34:45
Ze zei elke dag dat Charlotte
vandaag of morgen terug zou komen.

1:34:51
Elke dag.
1:34:54
Voor haar was ze Charlotte.
Is ze Charlotte.


vorige.
volgende.