:32:01
Waarom ben jij de enige
die me kan zien?
:32:03
Vraag het niet aan mij.
:32:05
Het enige wat ik weet is, dat
als ik niet bij jou ben, ik niet besta.
:32:11
Oh, mijn God.
:32:13
Misschien ben ik wel dood.
:32:18
Kom op zeg.
:32:22
Het spijt me dat ik
gezegd heb dat je dood was.
:32:24
Misschien ben je niet dood.
Misschien ben je wel...
:32:27
licht.
:32:30
Kon ik me maar herinneren
wie ik ben, of was.
:32:34
Dan weet ik het meteen.
:32:39
Ik probeer het ook.
Maar ik kan het niet alleen.
:32:46
Je vraagt me toch niet om
je te helpen, toch?
:32:49
Kijk.
:32:50
Jij kunt uit twee realiteiten kiezen.
:32:53
Ten eerste, als een vrouw
in je leven komt...
:32:56
op een niet alledaagse manier en
je om hulp vraagt.
:33:00
Ten tweede, je bent een gek persoon
die op een park bank tegen zichzelf praat.
:33:08
Ik denk dat ik maar voor
de eerste ga.
:33:10
Oké.
:33:12
Laten we gaan uitzoeken
wie ik ben.
:33:14
Nee,
:33:23
Was het een vrouw?
:33:25
Niemand heeft hier gewoond.
:33:27
Het lijkt wel alsof ik een geest was
voordat ik dood ging.
:33:33
Hallo.
Kan ik je helpen?
:33:34
Eindelijk iemand normaal.
Ik dacht dat we vrienden waren.
:33:37
Hoi, ik ben David,
ik ben een nieuwe bewoner hier.
:33:39
Hallo, David.
Ik ben Catherina.
:33:41
Kom binnen.
- Ze is vriendelijk, ik vind haar leuk.
:33:43
Het duurt maar even.
Ik had alleen een vraagje...
:33:45
dat appartement van boven.
:33:47
Het is van een jonge dame.
:33:48
Ja, volgens mij was er wel iemand.
:33:51
Ze was niet erg sociaal.
:33:54
Misschien waren we niet
zulke goede vrienden.
:33:56
Een beestenspul,
maar zonder beesten.