1:13:00
Wil je naar Parijs vliegen?
1:13:02
De Eiffeltoren gaan bezichtigen.
Dat is geen probleem.
1:13:03
Wil je om het strand gaan dansen van Bali?
Kom laten we het gaan doen.
1:13:06
Maak niet uit waar,
overal ter wereld.
1:13:09
We nemen de Mastercard of Visa.
1:13:11
Overal.
1:13:14
Er is wel iets wat ik
graag wil doen.
1:13:18
Zeg het maar.
1:13:21
Ik ben hier heel slecht in.
1:13:24
Wat.
Wat is er?
1:13:35
Ben je nerveus?
1:13:38
Een klein beetje.
- Waarom.
1:13:41
Ik weet het niet.
1:13:44
Hoe kan je nou nerveus zijn
als ik je niet eens kan aanraken?
1:13:48
Ik ben nerveus omdat je
me niet kan aanraken.
1:13:52
Waarom?
1:13:56
Weet je nog toen je mijn
hand aanraakte in het ziekenhuis?
1:14:00
Ik voelde dat.
1:14:02
Snel, maar mijn geest voelde dat.
1:14:06
Ik weet niet hoe dat kan.
1:14:09
Maar ik denk als je me
echt aanraakt...
1:14:14
dan kan ik misschien
wel wakker worden.
1:14:35
Ik kan bijna het leven voelen.
- Ja, ik ook.
1:14:40
Ik denk dat ik weet wie mijn
onafgehandelde zaak is.
1:14:43
Wat.
1:14:46
Jij.