:03:10
Leg dat weg en maak je klaar
om te gaan.
:03:23
Goedemorgen.
- Goedemorgen.
:03:27
Zit er geen suiker in?
- Ik heb er twee lepels in gedaan.
:03:35
Ik moet gaan.
Ik heb een lerarenvergadering.
:03:39
Oké.
:03:45
Karim, schiet op.
Ze wachten beneden op je.
:03:52
Opschieten, schat.
- Dag.
:04:03
Kom op, Karim.
:04:06
Kom je nou nog?
:04:26
Samia?
:04:29
Zena...
- Je liet me schrikken.
:04:32
Alles goed?
- Ja. God zij geprezen.
:04:34
Laten we naar boven gaan.
:04:38
Wat was er gisteren?
We zaten over je in.
:04:41
Je moest 's weten.
We waren bang en 't was donker.
:04:45
Er werd geschoten,
maar we wisten niet waarom.
:04:48
Er ontstond een vuurgevecht
tussen Israëli's en Palestijnen.
:04:53
Ze zeiden dat ze de Israëli's
verdedigden...
:04:56
die in de nederzetting wonen.