:45:02
Wat bedoelde ze daarmee?
- Hoezo, het was mijn idee?
:45:07
Misschien wil ze het vergeten.
Wij waren altijd aardig tegen haar.
:45:13
Tot we haar begroeven in het bos.
:45:18
Hoe weten we dat ze het echt is?
Ze is anders. Stel dat die hekserij...
:45:23
Hou toch op.
- Genoeg.
:45:27
Er is in dat bos iets gebeurd.
En ik ga uitzoeken wat.
:45:47
Hier is het.
:45:57
Stel dat ze daar nog steeds ligt.
:46:02
Ze heeft zichzelf uitgegraven.
:46:06
Waarom is ze niet gestikt?
:46:14
Wat is er?
- Daar is ze.
:46:19
Het is leeg.
- Ik zag haar.
:46:21
Welnee. Kijk maar.
:46:24
Zie je wel?
:46:39
Wat is dat?
:46:48
Een toverspreuk. Door al het bloed
is het niet meer te lezen.
:46:52
Zei ik het niet. Ze is een heks.
:46:56
Kappen, of ik begraaf jou ook.