Casablanca
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:25:02
We kunnen niet weggaan.
Ugarte kan in een andere zaak zijn.

:25:08
U lijkt me mensen
die naar Amerika gaan.

:25:12
U kunt deze ring daar allicht kwijt.
Ik moet 'm verkopen.

:25:18
Is het iets voor u, dame?
:25:23
Ja, ik voel er veel voor.
:25:27
-Uw naam?
-Berger, ik ben tot uw dienst.

:25:32
Tot straks aan de bar.
:25:34
-Ik koop die ring niet.
-Het is spotgoedkoop.

:25:42
Monsieur Laszlo,
ik ben politie-prefect Renault.

:25:48
Wees welkom.
U bent een zeldzaam aanzienlijke gast.

:25:54
Vergeeft u mijn onbeleefdheid.
:25:56
Uw regering is niet
vriendelijk geweest.

:26:00
Dit is juffrouw Lund.
:26:03
U bent de mooiste vrouw
die ooit Casablanca bezocht.

:26:12
De beste champagne,
voor mijn rekening.

:26:16
Betekent niets,
ik verscheur de rekening toch.

:26:22
Die pianist heb ik vroeger al
eens ergens gezien.

:26:27
Sam? Die is met Rick
uit Parijs gekomen.

:26:31
-Wie is Rick?
-De eigenaar van dit café. Rick is...

:26:35
...het soort man dat...
:26:38
Als ik 'n vrouw was,
werd ik verliefd op hem.

:26:42
Ik ben gek
over een andere man te praten.

:26:51
-Dit is majoor Heinrich Strasser.
-Naar dit genoegen heb ik uitgekeken.

:26:57
Vergeeft u mij,maar
ik ben Tsjechoslowaak.


vorige.
volgende.