Casablanca
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:32:02
-Laat je agent Laszlo helpen.
-Zeker. Zoals u wilt.

1:32:07
Zet zijn bagage aan boord.
1:32:13
-Vul de namen in, dan is het officieel.
-Jij denkt aan alles.

1:32:18
Het zijn de heer en mevrouw Laszlo.
1:32:22
-Waarom mijn naam?
-Je gaat mee.

1:32:26
-Ik blijf bij Renault.
-Nee!

1:32:30
Je zei dat ik voor ons
beiden moest denken.

1:32:36
Je hoort bij Victor.
Je moet met hem mee.

1:32:41
Weet je wat er gebeuren zal
als je hier blijft?

1:32:44
We zouden beiden in
een kamp terechtkomen.

1:32:48
Denk aan Strasser.
1:32:50
-Je wilt me weghebben.
-Heus, je hoort bij Victor.

1:32:56
Je neemt deel aan z'n werk.
1:32:58
Als je niet gaat, zal het je spijten.
1:33:01
Misschien nu niet, maar later.
1:33:05
En wij dan?
1:33:07
Wij zullen teren op
onze Parijse herinneringen.

1:33:12
-Die zijn gisteren hernieuwd.
-En ik wou je nooit meer verlaten.

1:33:17
Dat zul je ook niet,
maar ik heb ook werk.

1:33:21
Daarin kan jij geen deel hebben.
Ik ben geen hoogvlieger...

1:33:26
...maar ik weet dat onze zorgen
tegenwoordig niets beduiden.

1:33:32
Eens zul je dat begrijpen.
1:33:56
Alles is klaar.
1:33:59
-Er is nog iets dat je weten moet.
-Zeg liever niets.


vorige.
volgende.